ER WAS EENS ...
Blijf op de hoogte en volg Evi
30 December 2013 | België, Mechelen
Binnen een week vertrekt ze opnieuw. Naar een eiland waar niks te zien is, naar een plek waar ze uit zichzelf nooit naartoe zou gaan. San Salvador. Witte stranden, azuurblauwe zee, rust en liefde. Elke reden is goed genoeg om te vertrekken, en haar reden is deze keer doordrongen van kinderlijke naïviteit. Ze gaat omdat ze gelooft in een sprookje.
Omdat ik, nu nog steeds, durf te geloven in de schoonheid daarvan.
In de schoonheid van mijn eigen sprookje.
Elk meisje is grootgebracht met sprookjes, met verhaaltjes voor ’t slapen gaan die u zoet en braaf moeten houden. Met verhaaltjes die vaak mijlenver van de werkelijkheid staan, en die ons opzadelen met een onrealistisch toekomstperspectief. Wij dromen van prinsen, maar eindigen vaker met de stalknecht in bed. Wij hopen op iemand die ons komt wakker kussen nadat we 100 jaar geslapen hebben, maar belanden comateus in de zetel na nen uit de hand gelopen nacht waarin we ons liefdesverdriet probeerden weg te drinken. Groot is dan ook de teleurstelling wanneer ge wakker wordt met ne kater, in plaats van met ne charmante kerel die op zijn knieën voor u gaat. Onze mannen gaan op hun knieën voor ’t toilet nadat ze overmoedig het aantal pinten dat ze konden drinken overschat hadden, of voor de grieten die net dat beetje blonder, naïever of rondborstiger dan wijzelf zijn. Sad story.
En toch... We zijn twintigers die het sprookje ni helemaal hebben opgegeven. Ergens in ons achterhoofd sluimert een opgedrongen ideaalbeeld, dat alleen maar versterkt wordt door de clichés in melige films op Vijftv. De aanhouder wint, zeggen ze. Dus wij storten ons steeds opnieuw vol overgave in een nieuw avontuur, in de armen of het bed van ne nieuwe jongen. Met gekruiste vingers, en met een fles wijn die in de voorraadkast staat te wachten. Om in het beste geval successen met te vieren, of om in ’t slechtste geval mee te verdoezelen hoeveel pijn het doet om weer maar eens los op uwe bek te gaan. Omdat ge in al uw enthousiasme naast de armen van diene nieuwe jongen zijt gesprongen, of erger nog ... omdat ge hem ermee tegen de grond hebt gekegeld.
Maar we zijn niet de enigen, weet ge? Ge moet soms een stukske over ruw beton lopen om de zachtheid van gras onder uw voeten oprecht te appreciëren. Elke prinses heeft haar eigen portie ongeluk doorstaan, voor ze ‘nog lang en gelukkig leefde’.
Doornroosje prikte zich aan een spinnenwiel, wij prikken ons aan de baard van ‘echte mannen’ (die nadien jammer genoeg vooral fout in plaats van ‘echt’ bleken te zijn). Sneeuwwitje wordt vergiftigd door een heks, en wij hebben allemaal al eens een schoonmoeder er van verdacht dat ze hetzelfde met ons wilde doen. Ariël gaf haar stem op om bij de liefde van haar leven te kunnen zijn, en hoe vaak hebben wij gezwegen of onze mening achterwege gelaten om ons lief te plezieren?
Maar dat is net hetgene dat ons doet hopen, dat is hetgene dat ons doet geloven dat we gewoon nog eventjes moeten wachten op ons eigen ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Ondertussen stellen we ons maar al te vaak tevreden met ‘lang en ongelukkig’, ploeteren we ons door relaties waar de houdbaarheidsdatum al lang van overschreden is en lijmen we gebroken harten met de lichaamssappen van ne gewillige passant. En we vragen ons af waar onze prinsen blijven, waarom hun paard nog meer vertraging lijkt op te lopen dan de treinen van de NMBS.
Ik ben vierentwintig, en ik heb zelf maar al te vaak het voorraadkastje moeten opentrekken en onder een dekentje in de zetel met vriendinnen liggen janken over hoeveel eikels er op de wereld rondlopen en ons afgevraagd waarom ze net ons pad moesten kruisen. Maar ik ben vierentwintig en ik geloof nog steeds in het sprookje. Ik heb mijn naïviteit vaker terug gevonden dan dat ik ze kwijt ben geraakt, en ik heb het sprookske gewoon een beetje aangepast.
Mijne prins reed namelijk ni op een paard, maar zwierde mij achterop zijne moto om naar de zonsondergang bij nen tempel te gaan kijken. Hij pakte mij ni in met mooie woorden, maar sprak in een dialect dat ik ni verstond. Hij kwam ni aangewandeld in een smetteloos pak en met perfect gekamde haren, maar liet mijne mond openvallen door de nonchalantie die rond hem hing. Hij nam mij ni mee naar fancy restaurantjes, maar spendeerde zijn laatste geld aan een zelfgemaakt avondmaal op ons dakterras (met oa chips, cola en brokkensoep van kool). Geen dure cadeaus of fleskes reuk van honderd euro, wij parfumeerden elkaar met de rook van te veel sigaretten. Wij verkozen hotelkamers waar er gaten in de deur zaten boven een viersterrenhotel. De meest romantische woorden sprak hij met zijn hoofd boven nen emmer kots, en hij ging door mijn haren toen ik hetzelfde deed.
Mijn sprookje begon drie jaar geleden, maar na enkele maanden kwam er al een varkentje aangewandeld met ne lange snuit. Het was mijne prins, een beetje vermomd, en hij riep al lachend “Ge waart een vergissing, het verhaaltje is uit!”. Misschien was dat ergens wel te verwachten, ik ben namelijk allesbehalve een prinses. Ik ben het meisje dat geen twee zinnen kan uitspreken zonder te vloeken, die te veel rookt en liever pinten drinkt dan champagne, die witte kleedjes in de kast laat hangen omdat ze er toch maar op smost, die niet kan glimlachen maar schaterlacht, die eerst praat en doet voor ze denkt.
Mijne prins bleek helaas dus niet zo charming te zijn als ik verwacht had, maar hetzelfde kon over mij gezegd worden. Ik maakte mijn eigen versie van Doornroosje, eentje waarin ge om twee uur ’s middags uw bed in kruipt met een doos Kleenex en ne pot ijs en met de vastberadenheid dat ge uzelf voor de komende honderd jaar in slaap gaat wenen. Maar zo werkt het natuurlijk ni. Het verhaal dat ge al duizend keer in uw hoofd hebt afgespeeld, begint slijt te vertonen. De verveling slaat toe. De prins laat op zich wachten. Mijn appartement was ni begroeid met doornstruiken, maar rond mijn hart spande ik een beetje prikkeldraad. Als er dan toch ne prins zou langskomen, zou ‘m verdomme moeite moeten doen.
Na jaren kwam het besef dat ge uw verwachtingen een beetje moet bijstellen, dat ge ze moet aanpassen aan uwe eigen leefwereld. Als ge ni van plan zijn om een koningin te worden, moet ge eigenlijk ni hopen op ne kroonprins. Als ge zelf soms verre van charmant zijt, moet ge ni op zoek gaan naar iemand die spreekt met twee woorden of deuren voor u openhoudt. Ik pas ni in nen boek van de gebroeders Grimm, ik zou nooit de hoofdrol in ne Disneyfilm kunnen vertolken. Hij trouwens ook ni. Dus ik herschreef het script van mijn eigen verhaal, van mijn sprookje dat drie jaar geleden begon en ni abrupt ten einde kwam maar gewoon eventjes een andere wending nam. Van den ene kant van de wereld naar den andere, naar elkaar.
Er was eens een meisje, en ze droomde ni meer van ‘lang en gelukkig’ maar van ‘intens en nu nu nu’. So here we go – San Salvadorrrrr ik ben er klaar voor!
-
02 Januari 2014 - 13:36
Evi:
Deze prinses is klaar om te gaan staaaaampen! :) :) Like i said: verwachtingen aanpassen aan eigen leefwereld, en uw beschrijving voldoet daaraan! WOEHOEW! :) xx -
08 Januari 2014 - 03:17
Eli:
Een maandje, zou da lukke of is da te lang? :) -
14 Januari 2014 - 17:05
Evi Ceulemans:
Ge bedoelt ... Te kort?
Time flies when you're having fun :)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley